
Gisteren had ik iets te veel haast, dus vandaag krijgt Het Klooster een herkansing (ik moest sowieso in Nieuwegein zijn). Elke keer weer laat ik me hier verrassen door wat er allemaal tevoorschijn komt. Behalve dan vandaag misschien…
Ik word begroet met gezang in de (weinige) bomen en struiken. En zoals vaker vertoont vooral het struikgewas-met-een-paar-bomen in het midden van het natuurgebiedje het meeste vogelleven. Een tjiftjaf zit luid zijn naam te roepen en boven op de struiken duiken telkens roodborsttapuiten op.
Ietsje verder gelegen is de plas, waar ik opnieuw de bergeenden, de tureluurs, de kleine plevier (te ver weg) en de wintertalingen aantref. En van die laatste soort krijg ik er één redelijk goed in het vizier. Wat een mooi – en qua kleur zo on-Nederlands – eendje. Maar het is geen exoot, het is een ‘zo Hollands als maar kan’-eendje.