Eindelijk weer ’s een zwartkop

En dan fotografeer je eindelijk weer eens een zwartkop en dan heeft ie geen zwarte kop. Zwartkop is namelijk weer zo’n seksistische naam, want de mannetjes-zwartkop heeft wel degelijk een zwart ‘petje’; de vrouwtjes (zoals hierboven) hebben nou eenmaal zo’n – veel fraaier – bruin ‘petje’.

Zo in de vroege avond wandelend door Het Klooster kom ik in eerste instantie weinig tegen. Maar als ik dan bij het centrale struikgewas – op de splitsing van paden – aankom, is daar ineens weer volop leven.

In die bosjes zijn eerst wat kleine karekieten druk met elkaar. Later zie ik in datzelfde stukje groen nog een pimpelmees, een merel, een kneu, een tjiftjaf en dus ook de zwartkop.

De kleinere vogels zijn er dus toch nog wel en rond deze tijd laten ze zich ook weer even zien – als je geluk hebt… Ook de grotere soorten zijn er meer dan verwacht, met name de fazanten.

Het is een goed fazantenjaar in Het Klooster, want op allerlei plaatsen zie ik groepen jonkies het struweel in vluchten.

En dan zijn er ook de duiven. Deze keer krijg ik twee holenduiven in het vizier, die in het gezelschap zijn van een houtduif. Nou dat levert dan een mooi zoek-de-verschillenplaatje op:

Vooraan staat de houtduif (met wit rond de ogen, een witte rand langs de vleugels en – hier niet zo goed zichtbaar – een witte band in de nek). De holenduiven hebben gitzwarte ogen, een zwart streepje op de vleugel en een glanzende lila-met-groene nek.