
Vanochtend even voor een klus naar Culemborg. Nou, dacht ik, dan kan ik op de terugweg wel even een blik werpen op de uiterwaarden van de Lek. Meteen nadat ik aan de noordwestkant van Culemborg de dijk naar Vianen opreed, kwam ik op een weg met prachtige uitzichten.
Al na een kilometer stond ik stil bij de ingang naar een natuurgebied dat ik nog niet kende (Goilberdingerwaard). Door de modder glibberend – wandelschoenen vergeten…- kwam ik in een fraai gebied terecht met veel waterpartijen, rietvelden en andere lage begroeiing, zoals je dat mag verwachten in uiterwaarden.
Vol verwachting keek ik om me heen, maar erg veel leven was er niet in dit natuurgebied. Ja er waren wat kraaien-, eenden- en meeuwensoorten en hier en daar een koolmees. Maar spannend was het (nog ) niet.
Gelukkig was er één uitschieter; één die je altijd al van verre goed kan zien, omdat ie zo ontzettend wit staat te wezen tussen al dat groen en bruin: de grote zilverreiger.
En dat is altijd mooi aan reigers: ze laten zich altijd bewonderen en fotograferen. Hoewel ik moet toegeven dat deze al vrij snel weer een stukje verderop ging zitten….