Lunettic

Ik zie ze vliegen

Categorie: reptielen/amfibieën

  • Zandhagedis

    Een zandhagedis, nooit eerder tegengekomen. Maar eigenlijk ben ik niet hiervoor naar ‘legerbasis’ Soesterberg gefietst. Vorig jaar had ik gehoord dat in de broedtijd de landingsbaan van de vliegbasis wordt afgesloten en dat er dan veel veldleeuweriken te zien zijn.

    Dus als ik er aankom en ik zie zo’n bruin vogeltje voor mijn neus opduiken, maak ik een serie foto’s en neem ik aan dat dat dan veldleeuweriken moeten zijn. Om dan thuis te moeten vaststellen (dankzij Waarneming.nl) dat het hier om graspiepers gaat. Kleine tegenvaller, maar de zandhagedis maakt alles goed.

    Bovendien doet Soesterberg zijn naam weer alle eer aan. Ik kom nog veel meer moois tegen. Volop vlinders van allerlei soort: hooibeestjes, atalanta’s, bosspanners en icarusblauwtjes. En om bij de insecten te blijven: een pad vol bosmieren en boven enkele plassen zweven viervlekken(een libellesoort).

    Naast de graspiepers zijn er grasmussen en naast de grasmussen zie ik ook heggenmussen. En als kers op de taart zit er op de terugweg plots een boompieper luid te zingen. Hij zit prachtig in zicht op een tak van een dooie boom. Dus tsjak en hebbes!

    Ook helemaal nieuw voor mij: de boompieper. En die naam doet hem geen eer; hij piept niet, hij zingt – en nog fraai ook.

  • Bruine kikker

    Ik heb last van keuzestress. Vandaag heb ik weer zulke bijzondere dieren geschoten en dan vind ik dat ik er maar één moet laten zien. In dit geval viel de keuze op de bruine kikker, die zich recht voor mijn voeten zit op te warmen op het wandelpad van het Waalsebos bij Tull en ’t Waal.

    Het is een van de eerste ontmoetingen van de dag en eigenlijk dus ook meteen raak. Maar ja, als ik een paar uur ga wandelen – deze keer dus in het Waalsebos en het Elpad (bij Tull en ’t Waal) – dan ga ik ook een paar uur wandelen. En dan kom je zo veel tegen….

    Mijn wandeling komt na een paar kilometer uit bij het Verdronken Bos van Schalkwijk (langs het Elpad). Hier kom ik graag; er is altijd wat te zien. Het begint met de ruggen van de karpers die telkens boven het ondiepe water omhoogkomen.

    Vervolgens zie ik een roofvogel wat laag achter de bomen cirkelen: een bruine kiekendief. De foto’s zijn helaas niet scherp genoeg. En in een boom aan de andere kant van de plas zie ik een blauwborst. Helaas ook net te ver voor mijn zoomlens.

    Ook duiken er weer allerlei vlinders op op deze fraaie lentedag: de dagpauwoog (dag Pouw), het koolwitje, de kleine vos en de gehakkelde aurelia. Die zitten goed stil, dus die komen goed op de foto.

    En de ooievaars op hun nest bij het Werk aan de Waalse Wetering poseren ook weer sierlijk. Toch valt mijn keus deze keer op de bruine kikker, die nog even in de zon moet zitten om verder te bruinen.

  • Muurhagedis

    Ik weet het, ik zeg elke keer dat het me om de verrassing gaat. Maar deze keer speel ik eigenlijk op safe. Ik ga vandaag naar de Botanische Tuinen in De Uithof. Die zijn vanaf 1 maart weer open en ik ben dan vanaf de eerste dag van plan een bezoekje te brengen. Maar inmiddels zijn we alweer bijna twee weken verder, dus hoogste tijd.

    Waarom wil ik dan zo graag naar deze botanische tuinen? Je kan er soms een ijsvogel zien en vanuit de vogelkijkhut kun je vaker van dichtbij een boomklever aanschouwen. Maar het meest word ik toch naar deze plek getrokken vanwege de muurhagedissen.

    Als de zon schijnt, zitten ze zich altijd uitgebreid op te warmen. Ik vroeg me alleen af of ze zich zo vroeg in het seizoen als zouden tonen. Nou reken maar.

    De rotstuin lag weer lekker in de zon en op verscheidene plekken zaten de reptielen zonne-energie te tanken. Ik heb er zeker tien gezien vandaag en deze was de allermooiste.