Gisteren was het allemaal groot, vandaag kom ik alleen maar kleine beesies tegen. Het begint met een minisprinkhaan (die volgens waarneming.nl waarschijnlijk een veldsprinkhaan is) en daarna een ook wel kleine libel (die ook niet herkend wordt).
Gelukkig wordt de parelmoermot wel geïdentificeerd. Ik kom hem eerst tegen op een grote kattenstaart en deze (foto boven) heeft plaatsgenomen op koninginnekruid. Dat getuigt in beide gevallen van een goede smaak. Hoewel ik zelf nog meer gecharmeerd ben van de trosalant, die ik ook even op de foto zette.
Okee, ik geef toe: ik heb vaak wat aan te merken op de naamgeving in het planten- en dierenrijk. Maar deze keer vind ik ‘m helemaal raak. Mooie pyjama overigens.
Ik ben vandaag op weg naar Nieuw-Amelisweerd. Tenslotte meteen om de hoek en al heel lang niet meer geweest. Als ik de tunnel onder station Lunetten gepasseerd ben, ligt er aan mijn linkerhand een stukje braakland waarvan ik altijd denk: daar zou ik nog wel eens een keer in rond willen struinen.
Nou, dat blijkt te kunnen. Er is een brugje aangelegd over de sloot naar het veld… En omdat het een open veld is, hoef je er eigenlijk niet veel aan vogels en dergelijke te verwachten. Hoogstens wat vlinders en andere insecten. En die zijn er dan ook volop.
Er beweegt van alles in de hoge graspluimen en ander plantmateriaal. Ik fotografeer wat nachtvlinders en de larve van het goudoogje. En ook dus die pyjama-figuur.
Gek genoeg kom ik tijdens mijn lange wandeling in het uitgestrekte Nieuw Amelisweerd relatief veel minder tegen dan in dat ene stukje – onaangeroerd – braakland. Misschien hebben we in dit land wat minder natuurbeheer nodig en wat meer onbeheerd land…
Het ene moment toont ie zijn oogje nog (links), een tel later heeft ie het ingeklapt (rechts) en wordt ie vrijwel onzichtbaar in zijn omgeving. Goeie truc; ik had hem nog niet eerder gezien.
Ik had laatst een leuke ervaring met mijn eerste bezoek aan Beerschoten. Dus ik probeer het vandaag nog maar eens. Deze keer is de wandeling minstens even mooi, maar krijg ik een minder gevarieerd plaatje te zien.
Ik maak foto’s van bosmieren, drie soorten libellen, een boomkruiper en een prachtige zwarte kraai. Maar deze keer geen overvloed aan vlindersoorten. Ik zie alleen de zuringspanner, het bonte zandoogje en dus het bruine zandoogje.
Op de terugweg kom ik langs de botanische tuin van De Uithof. Toch nog maar even kijken of ik hier nog wat moois aantref. Ik maak weer foto’s van groene kikkers en muurhagedissen.
En bij de vogelkijkhut krijg ik weer volop vogels recht voor mijn snufferd (op nog geen meter…): eksters, kool- en pimpelmezen en vinken. En van die laatste soort zit er dan een te pronken met een zaadje in zijn bek. Da’s best een leuk plaatje.
Ik ben vandaag onderweg om een fietstocht uit te stippelen voor een fietsdag met ouderen in Doorn. De fietstocht voert me door de Krommerijnstreek naar Wijk en daarna volg ik de Lekdijk richting Amerongen. Vlak voor Amerongen verlaat ik de dijk en kom terecht op landgoed Kolland.
Ik rijd er langs een weiland met twee ooievaars. Prachtige beesten; ik besluit even te stoppen voor een foto. Waar ik mijn fiets parkeer, zie ik een enorme paddenstoel. Nou dan daar eerst maar een foto van maken…
Terwijl ik in de richting van de paddenstoel loop, komt er in het gras voor me van alles in beweging: sprinkhanen (best wel kleine). Ik fotografeer ze. De mooiste vind ik de krasser hierboven. Ik fotografeer ook een groene sprinkhaan; blijkt ook een krasser….
En dan nog een sprinkhaan, die qua kleurstelling een dor blaadje of een takje zou kunnen zijn. En die blijkt dan weer de naam ratelaar te dragen.
De paddenstoel en de ooievaars heb ik natuurlijk ook nog wel even vastgelegd, maar vandaag is het de dag van de sprinkhanen.
De ratelaar ging gelukkig even op een groene grasspriet zitten, want tussen de dorre blaadjes was ie nauwelijks te zien.
Vanavond toch nog gauw even een rondje Park De Koppel gemaakt. De zon schijnt als ik tegen achten vertrek, maar al bij de Stadsboerderij maak ik rechtsomkeert, omdat het wel erg snel dichttrekt.
Er is nog steeds weinig leven in het park, tenminste als je het merelgezang niet meetelt. Ik zie behalve merels, zanglijsters, koolmezen en een buizerd weinig rondvliegen in het park.
Gelukkig zit de houtpantserjuffer even stil voor me.