
Ik kom aan op de parkeerplaats van Vliegbasis Soesterberg en zie hem op een lantaarnpaal zitten. Ik zie hem, hij ziet mij. Ja, dan pak ik toch maar de camera erbij. Ik kwam hiernaartoe voor iets bijzonders en dan fotografeer ik: een zwarte kraai. Kijk naar zijn koppie en naar zijn klauwtjes en je ziet dat ie wel degelijk bijzonder is.
Op mijn rondje vliegbasis kom ik verder veel moois tegen. Vlinders als de kleine vuurvlinder en het hooibeestje, enorme felgekleurde libellen (die niet even willen stilzitten) en vooral ook een enorme variëteit aan fraaie bloeiende planten, met minstens zo mooie namen: zwarte toorts, bezemkruiskruid, slangenkruid, rechte ganzerik en zandblauwtje.
Andere zijn minstens zo mooi, maar hebben dan weer gewone namen: gewone rolklaver, engels gras, vaste lupine, gestreepte teunisbloem, grasmuur en knoopkruid. Die laatste is zo’n fraaie gewone bloem dat ik ‘m er toch maar even bij doe.
